Eigen kracht in gemeente Leiden

Aanleiding

Een exploratieve studie naar de opvattingen van ambtenaren in de Wmo-praktijk over het aanspreken van eigen kracht.

De Hogeschool Leiden heeft in opdracht van de gemeente Leiden onderzoek gedaan naar de ervaring van ethische grenzen voor het aanspreken van de eigen kracht van burgers in Leiden.

Tegenwoordig ligt de nadruk steeds meer op participatie en zelfredzaamheid van burgers, waarbij zoveel mogelijk wordt uitgegaan van hun eigen kracht.

De gemeente Leiden merkt dat Wmo-consulenten in de praktijk herhaaldelijk worden geconfronteerd met aanvragen die als moeilijk worden ervaren en behoefte hebben aan houvast bij het nemen van beslissingen.

Doel

Het doel is het maken van een onderzoeksrapport waarin uiteen wordt gezet hoe mensen die betrokken zijn in de Wmo-praktijk, denken over de grenzen van het aanspreken op eigen kracht. Dit dient als een aanzet voor een kaderdocument met richtlijnen voor de Wmo-consulenten waardoor zij richting krijgen in de manier van handelen. De volgende vraag staat hierbij centraal: Hoe ver mag er gegaan worden met het stimuleren van de eigen kracht bij burgers?

Vraagstelling

In de praktijk worden consulenten herhaaldelijk geconfronteerd met aanvragen die worden ervaren als moeilijke gevallen, met name met betrekking tot de grenzen van het aanspreken van de eigen kracht. Daarom wil de gemeente Leiden een kaderdocument ontwikkelen waarin richtlijnen staan die als leidraad kunnen dienen voor het bepalen van de speelruimte bij het nemen van beslissingen. De Hogeschool Leiden is gevraagd om kwalitatief onderzoek te doen om inzicht te krijgen in de opvattingen van ambtenaren binnen de WMO-praktijk over ethische kwesties. Dit dient te resulteren in een onderzoeksrapport dat dient als aanzet tot het opstellen van zo een kaderdocument.  Hierbij staat de volgende vraag centraal: Hoe ver mag er gegaan worden met het aanspreken van de eigen kracht van de burger?

Aanpak

Diepte‐interviews zijn afgenomen met respondenten werkzaam binnen de WMO-praktijk, zoals een WMO-consulent, unitleider WMO, de wethouder Jeugd, Zorg en Welzijn, maar ook de VNG projectleider van De Kanteling en vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Tijdens de interviews is gebruik gemaakt van de vignettenmethode: verschillende scenario’s zijn aan de respondenten voorgelegd met de vraag hou zij zouden handelen in een dergelijke situatie en wat volgens hen de ethische grenzen  hierbij zijn van het aanspreken van de eigen kracht. De vignetten zijn gebaseerd op kwesties die zich hebben voorgedaan in de praktijk en adresseren impliciet de vraag hoe ver er gegaan mag worden met het stimuleren van de eigen kracht.

Looptijd

Juni 2013 – oktober 2013

Participanten

Hogeschool Leiden, Lisanne Visser
Hogeschool Leiden, John Verhoef, projectleider
Gemeente Leiden

Resultaten

In dit onderzoek is inzicht verkregen in (de ervaren ethische grenzen van) het handelen van de respondenten en hun overwegingen die een rol spelen bij het nemen van beslissingen. Naar voren is gekomen dat het voeren van een open en goed gesprek essentieel is, waarbij zoveel mogelijk informatie wordt vergaard en samen met de burger naar de best passende oplossing wordt gezocht. Dit vergt een belangrijke rol van de consulent en zijn gesprekstechniek.

Maatwerk lijkt al doorgedrongen tot de respondenten, zij benadrukken het in kaart brengen van de individuele situatie. Daarbij wordt het achterhalen van achterliggende problematiek belangrijk geacht en wordt gekeken naar alternatieve oplossingen. Uit de resultaten blijkt dat het vraagstuk van eigen kracht naar voren komt als mensen zelf het probleem hebben opgelost, het vermogen hebben het zelf te regelen of financiële draagkracht hebben.

Verschillende overwegingen die aangehaald worden bij het nemen van beslissingen richten zich op de aanvrager en het sociale netwerk, zoals belasting en het aantal uren hulp. De respondenten geven aan dat mensen aangespoord mogen worden om hulp te vragen en te bieden, dwingen vinden zij te ver gaan. Daarnaast mag de hulpvraag niet ten koste gaan van een vriendschap of familieband en mag het netwerk niet zonder toestemming benaderd worden. Tot slot hechten de respondenten belang aan zelfstandigheid en onafhankelijkheid.

Enkele dilemma’s blijven voor de respondenten open staan. Deze hebben betrekking tot financiële draagkracht, het aanspreken van het sociale netwerk, het bepalen van eigen kracht, de preventieve rol van de consulent en het omgaan met bepaalde burgers. Met name de kwestie rondom verantwoordelijkheid en het dragen van de consequenties als iemand deze niet neemt, zet tot nadenken.

Verdere aandacht moet worden besteed aan het kaderen van deze punten, het bieden van extra scholing en de informatievoorziening naar alle burgers toe. Dit kan consulenten houvast bieden bij het invullen van hun discretionaire bevoegdheid.

Producten

Samenvatting

Deze studie onderzocht de ervaring van ethische grenzen voor het aanspreken van de eigen kracht van burgers in Leiden om te resulteren in een kaderdocument waaruit blijkt hoe ver gegaan mag worden met dit aanspreken binnen de WMO-praktijk. Tegenwoordig ligt de nadruk namelijk steeds meer op zelfredzaamheid van burgers, wat soms als moeilijk wordt ervaren door WMO-consulenten. Er zijn diepte‐interviews afgenomen met respondenten werkzaam binnen de WMO-praktijk. De belangrijkste factoren bleken: het belang van een open gesprek, het in kaart brengen van de gehele situatie, het belang van bewustwording en goede scholing, de vrijblijvendheid van burgers en het in acht nemen van verschillende overwegingen. Het belang van maatwerk werd duidelijk waarbij verder wordt gekeken dan het aangedragen probleem. Daarnaast is een beeld van de huidige praktijk geschetst en zijn dilemma’s naar voren gekomen met betrekking tot eigen kracht, de gemeente Leiden zou voor meer informatievoorziening moeten zorgen.

AWPG NZH is awpg Lumens

 

Bekijk onze nieuwe website op awpglumens.nl

 

Logo awpg Lumens

Dit zal sluiten in 20 seconden