Monitor Veiligheidsgevoelens homo- en biseksuelen gemeenten Delft, Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg, Westland

Aanleiding

Uitbreiding van koplopergemeenten in Nederland met als voorwaarde onderzoek doen naar veiligheidsgevoelens van homoseksuelen is aanleiding geweest voor dit project. Deelnemende gemeenten zeggen toe om discriminatie, intimidatie en geweld tegen homoseksuelen krachtig te bestrijden. De Gemeenten Delft, Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg en Westland gaven de GGD Zuid-Holland West opdracht hiervoor een monitor te ontwikkelen.

Het onderzoek is uitgevoerd met subsidie van ZonMW in het kader van het Programma Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid.

Doel

Hoofddoel van de ontwikkelde monitor is veiligheidsgevoelens meten bij homoseksuele mannen, lesbische vrouwen en biseksuelen (homoseksuelen). Subdoel is met de resultaten gemeentebeleid te maken of aan te passen. Een bijbehorende ontwikkelde gebruikershandleiding is vooral leidend geweest bij het uitzetten van de monitor en werving van deelnemers om te monitor in te vullen.

Vraagstelling

Hoe veilig voelen homoseksuele mannen, lesbische vrouwen en biseksuelen zich in de gemeente?

Hoe kan het gemeentebeleid worden aangepast om dit veiligheidsgevoel te verbeteren?

Aanpak

Om meer inzicht te verkrijgen in onveiligheidsgevoelens van homoseksuelen is naast literatuuronderzoek, de theorie toegepast van onveiligheidsdeterminanten waaronder individuele determinanten, situationele determinanten en sociaal-culturele determinanten. Aanvullend is de stigmatheorie gebruikt om de ervaring van onveiligheidsgevoelens te categoriseren in publiek stigma (enacted stigma), labels vermijden (felt stigma) en onderdrukken van gevoelens (internalized stigma). Verder zijn er 13 semi-gestructureerde interviews en 1 focusgroep discussie gehouden.

Looptijd

Januari 2012 – juni 2012

Participanten

Gemeente Delft
Gemeente Zoetermeer
Gemeente Leidschendam-Voorburg
Gemeente Westland
TNO
GGD Haaglanden (voorheen Zuid-Holland West), Joline van Lier, projectleider
GGD Haaglanden (voorheen Zuid-Holland West), Roelien Beuker, epidemioloog
VU, Mariëtte van Amstel
VU, Shanti Thakoerdin, Master student

Resultaten

Homoseksuelen in Nederland hebben in sommige gevallen nog steeds te maken met problemen over ongelijke rechten, discriminatie, intimidatie en fysiek geweld. Ook lokaal is men zich hiervan bewust, dit bleek uit 13 afgenomen interviews. Met het onderzoek werden een paar eerste indrukken verkregen van veiligheidsgevoelens. 5 van de 13 homoseksuelen die werden geïnterviewd gaven aan hun gedrag wel eens aan te passen aan de omgeving. Dit om geen vervelende reacties uit te lokken. Het is geen valide uitspraak, vanwege het gering aantal interviews. De onveiligheidsdeterminanten en de stigmatheorie vormden, met gegevens uit de literatuur, semigestructureerde interviews en een focusgroep een breed scala aan onderwerpen voor de monitor. Er is rekening gehouden met religie en cultuur. Voor de Islamitische homoseksueel is het namelijk beter om niet naar het geloof te vragen omdat zij moeite kunnen hebben met het benoemen van het homoseksueel zijn. Dit is ook een reden waarom experts verwachten dat de monitor vaker door Nederlanders dan door niet Nederlanders wordt ingevuld.

Een belangrijk item in de monitor is de link tussen een mogelijk incident en veiligheidsgevoelens met aandacht voor de herkomst van onveiligheidsgevoelens. Daarnaast voor onveilige locaties binnen gemeenten. Sociale steun is ook een belangrijk item omdat de mate van veiligheidsbeleving mede hiervan afhangt. Dit geldt ook voor zelfacceptatie.

Er zijn nog drie monitoren in Nederland die zich richten op homoseksualiteit echter geen van deze focussen zich op lokale veiligheidsgevoelens. Anoniem invullen zou volgens de homoseksuelen die zijn geïnterviewd zorgen voor een hogere deelname en werving zou moeten gebeuren in zowel homogerelateerde als niet-homogerelateerde plaatsen. Er is 1 gemeente die geen homo gerelateerde plaats heeft. Andere opties die genoemd worden om te werven zijn de lokale en sociale media en organisaties die buiten de gemeente vallen. Promotietechnieken zijn flyeren, adverteren (in kranten en via websites) en oproepen om de monitor in te vullen.

Discussie en aanbevelingen
Een discussiepunt was het breed publiceren van de monitor voor werving van deelname met kans op selectie-bias. Er kunnen dan net zoveel homoseksuelen buiten als binnen de betreffende gemeente deelnemen of zelfs meer. Beloning of een soort prijzensysteem zou deelname binnen een gemeente kunnen verhogen. De meest belangrijke aanbeveling naar de gemeenten was een pilotstudie te starten om de haalbaarheid van lokale monitoring naar veiligheidsgevoelens van homoseksuelen te onderzoeken.

Actuele stand van zaken per 12-08-2013
De monitor is na ontwikkeling door de GGD Zuid-Holland West uitgezet door Bureau Discriminatiezaken (BDZ) in de vier gemeenten. Onlangs zijn de resultaten gepresenteerd. Het volledige onderzoeksrapport van is te vinden onder het tabblad Product. Bureau Discriminatiezaken ondersteunt Westland, Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer met actief LHB-beleid. Delft heeft een lokale overlegstructuur uitgebreid met meerdere partners waarbij veel aandacht voor scholen.

Producten

Samenvatting

Het doel van deze studie was om meer inzicht te verkrijgen in onveiligheidsgevoelens van homoseksuelen. Uit de 13 interviews bleek dat er in sommige gevallen sprake was van problemen met ongelijke rechten, discriminatie, intimidatie en fysiek geweld. Voor gemeenten is het belangrijk om te letten op links tussen een mogelijk incident en veiligheidsgevoelens, onveilige locaties binnen gemeenten, sociale steun en zelfacceptatie. Momenteel is er een gebrek aan focus op lokale veiligheidsgevoelens, en het is belangrijk dat hier meer aandacht voor komt. Verder is het belangrijk dat de onveiligheidsgevoelens onder een grotere groep homoseksuelen wordt onderzocht.

AWPG NZH is awpg Lumens

 

Bekijk onze nieuwe website op awpglumens.nl

 

Logo awpg Lumens

Dit zal sluiten in 20 seconden