Monitoring op maat, hoe doe je dat?

De gemeenten Leiden, Alphen aan den Rijn en Den Haag zijn in 2020 van start gegaan met de uitvoering van hun wijkgezondheidsplannen in Stevenshof, Alphen Noord en Den Haag Zuidwest.


De komende jaren gaan ze de voortgang volgen. Dat doen ze aan de hand van vier vragen:

  • Bereiken we de (juiste) inwoners?
  • Voelen ze zich (positief) gezond?
  • Is samenwerking verbeterd?
  • Verlopen de interventies goed?

Een globaal idee voor de monitoring lag er al, maar fine tuning was nodig. Marloes van der Klauw (TNO) en Ido de Vries (Werkplaats Sociaal Domein Den Haag & Leiden) trokken samen met de lokale procesbegeleiders op om dit vorm te geven.

We spraken Marloes en Ido over hun ervaringen.

Hoe hebben jullie het aangepakt?

Marloes: ‘We zijn in gesprek gegaan met de lokale procesbegeleiders in de drie gemeenten en hebben uitgevraagd, wat hun doel is met het beantwoorden van de vier vragen. En toen bleek dat er duidelijk accentverschillen waren. Ligt de nadruk op het verbeteren van de uitvoering van de interventie Welzijn op Recept? Of draait het om een overall inzicht in wat de gezondheidsinterventies in de wijk realiseren en wie er wel en niet meedoen? Of is het doel om samen met bewoners te leren hoe de integrale wijkgezondheidsaanpak steeds beter kan worden?

In een proces van luisteren, terugkomen en steeds concreter proberen te maken hoe in de wijken de vier vragen beantwoord kunnen worden en wie daarvoor nodig is, zijn de drie plannen ontwikkeld. In dit gezamenlijke co-creatieproces zijn ook de belangrijkste lokale spelers meegenomen’.

Wat hebben jullie geleerd?

Ido: ‘Omdat leren van de praktijk vraagt om het horen van en luisteren naar de stem van bewoners en professionals apart en samen, is het ontwerpen van een gedragen monitorplan op zich al een oefening in luisteren en door de ander geaccepteerde en gedragen doelen vaststellen.  Dat kost tijd, maar de moeite betaalt zich meer dan uit: want de plannen zijn niet van ons, maar het eigenaarschap ligt waar het hoort: in de handen van de lokale procesbegeleiders in de wijken’.

Wat willen jullie verder nog delen?

Marloes: ‘Doordat de focus van monitoring ligt op het leren, is het niet erg dat er verschillen zijn in de plannen van de drie gemeenten. Deze geven juist aanleiding om het gesprek aan te gaan en als gemeenten onderling van te leren. Dit is iets waar de lokale procesbegeleiders naar uit kijken. Daarnaast wordt ook ín de wijken geleerd. De monitors zijn daarin het middel om te leren en al doende de lokale uitvoeringspraktijk te verbeteren. Tijdens lokale leerbijeenkomsten, die als onderdeel van Wijzer in de Wijk georganiseerd worden, zijn de monitoruitkomsten en de implicaties onderwerp van gesprek. Juist die lessen vormen straks het resultaat van dit project waar ook weer andere gemeenten van kunnen leren’.

Ido: ‘We hebben als try out de Betekenaar mee laten ‘tekenen’ tijdens onze gezamenlijke leersessie via Teams. Zo kunnen we in een oogopslag de opbrengst laten zien met onderstaand visueel verslag!’